wjd-sub

Gemakkelijke Portugese gerechten

Home » Over Lissabon » Gemakkelijke Portugese gerechten
mail twitter facebook
Zet je (WJD) gasten een échte Portugese maaltijd voor met deze recepten die eenvoudig te bereiden zijn. Perfecte ‘voorproevers’ voor wie naar de WJD gaat!

De Piri-piri (Swahili voor rode duivel) is cultivar van de chili-pepersoort Capsicum Frutescens. De peper komt oorspronkelijk uit Amerika en is door Portugese zeevaarders naar Afrika gebracht. (40 min)

Verdere boodschappen voor drie personen:

  • 300 g kipfilet
  • 200 g sperziebonen
  • 3 tomaten
  • 1 rode paprika
  • 1 ui
  • 1 komkommer
  • 2 el azijn
  • Olie

Bereiding

  1. Kook de sperziebonen (gehalveerd) 5 min. voor.
  2. Meng de specerijenmix met 2 el olie en marineer hierin de kipfilet (reepjes) ca. 10 min.
  3. Kook de rijstmix in ruim water in ca. 14 min. gaar en giet af.
  4. Bak de kipreepjes gaar. Bak de sperziebonen, ui (in halve ringen) en paprika (reepjes) ca. 4 min. mee.
  5. Meng de dressingmix met 3 el water, 2 el azijn en 3 el olie. Roer dit door de (in stukjes gesneden) komkommer en tomaat. Serveer alles apart.

Zeevruchten worden veel gegeten in Portugal. Nu komt spaghetti zelf niet oorspronkelijk uit Portugal, maar goed, je moet het ergens mee combineren.

Ingrediënten:
• 250g diepvries zeevruchten
• 200g spaghetti
• 3 tenen knoflook
• 5 el traditionele olijfolie
• 100g verse rivierkreeftjes
• ½ tl gemalen chilipeper
• 1 citroen
• 2 el olijfolie extra vierge

Laat de gemengde zeevruchten ontdooien. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking beetgaar. Snij de knoflook fijn. Verhit ondertussen de olie in een koekenpan en bak de knoflook 2 min. Voeg de zeevruchten toe en bak nog 1 min. Doe de rivierkreeftjes erbij en bak nog 1 min. Breng op smaak met de chilipeper en zout. Snijd de citroen in kwarten. Schep de pasta door de zeevruchten. Bestrooi met de peterselie en serveer met de citroen. Besprenkel naar smaak met de extra vergine olijfolie.

Pastéis de nata zijn een van de meest bekende Portugese lekkernijen. Deze roomtaartjes kun je overal in Portugal krijgen, maar het officiële recept is geheim en al bijna twee eeuwen in handen van een bakkerij in Belém in Lissabon. Omdat deze lekkernij afkomstig is uit Belém worden deze custard pasteitjes ook wel Pastéis de Belém genoemd.

Voor 12 stuks:
• 270g vers bladerdeeg
• ½ citroen
• 125ml water
• 200g fijne kristalsuiker
• 1 kaneelstokje
• 4 middelgrote eieren
• 300ml volle melk
• 30g tarwebloem

  1. Verwarm de oven voor op 230 °C. Rol het koude bladerdeeg uit en rol op het bakpapier in de lengte strak op. Druk met je vingers de uitstekende deegrand op de rol plat, zodat je een egale, ronde rol krijgt. Snijd in 12 gelijke stukken. Bestuif het werkvlak met wat bloem en rol de stukken op de snijkant uit tot ronde plakjes van ca ø10 cm.
  2. Leg de plakjes in het midden van de ingevette muffinholtes en duw met je duim enwijsvinger aan tot aan de rand, tot er mooie bakjes ontstaan. Let erop dat er geen lucht tussen de muffinvorm en het deeg zit.
  3. Schil met een dunschiller de gele schil van de citroen. Zorg ervoor dat je alleen de gele schil schilt en het wit aan de citroen laat. Verhit het water, de suiker, het kaneelstokje en de citroenschil in een steelpan op hoog vuur. Breng aan de kook, roer door, zet het vuur laag en laat 3 min. zachtjes koken tot een suikersiroop. Haal van het vuur.
  4. Splits de eieren. Het eiwit wordt niet gebruikt. Roer met een garde de eidooiers los in een kom. Roer de melk er al kloppend door. Doe de bloem in een pan, voeg een scheut van het ei-melkmengsel toe en klop met een garde tot een glad beslag. Klop de rest van het ei-melkmengsel erdoor. Verhit het mengsel al roerend met een houten lepel 3 min. op laag tot middelhoog vuur.
  5. Voeg al roerend de suikersiroop toe. Blijf continu roeren en goed over de bodem schrapen tot er een vla-achtige saus ontstaat. De custard heeft de gewenste dikte als hij op de achterkant van de lepel blijft hangen. Dit duurt ca. 3 min. Zeef de custard boven een kom. Schenk vervolgens in een maatbeker.
  6. Schenk de custard in de bladerdeegbakjes tot maximaal 1 cm onder de rand. Bak de pasteis in 15 min. goudbruin en gaar in het midden van de voorverwarmde oven. Laat 5 min. afkoelen, haal ze met een scherp mesje uit het muffinblik en laat ze nog 10 min. verder afkoelen op een rooster. Serveer lauwwarm.

De Moren hebben de amandelboom in Portugal geïntroduceerd. Nu groeien ze in de Algarve, in Alentejo en op Madeira. De amandel wordt veel gebruikt in gebakjes, nagerechten en andere zoetigheden. Deze amandeltaart is geen echte taart, maar een soort cake met een laag amandelmengsel.

Ingrediënten

Voor de bodem:
65 gram ongezouten roomboter op kamertemperatuur
60 gram bloem
60 gram suiker
10 gram amandelmeel

Voor de vulling:
180 gram amandelstiften
110 gram suiker
110 ml melk
110 gram ongezouten roomboter op kamertemperatuur

  1. Verwarm de oven voor op 170 graden.
  2. Doe de ingrediënten voor de bodem van de taart in een kom en mix tot een soepel deeg.
  3. Bedek de bodem van een springvorm (20 cm) met bakpapier en vet de randen goed in.
  4. Leg het deeg in de springvorm en druk het met je vingers over de bodem. Zet de springvorm in de oven en bak de bodem in 18 minuten lichtbruin.
  5. Maak in de tussentijd de vulling. Doe de melk, de suiker en de roomboter in een steelpan en breng aan de kook. Zet het vuur iets lager en laat ongeveer 10 minuten pruttelen tot het dikker begint te worden. Doe de amandelstiften bij het mengsel en roer door elkaar heen. Laat het nog even pruttelen tot het lichtbruin begint te worden.
  6. Verdeel het amandelmengsel over de bodem. Zet de taart terug in de oven en bak in 20 minuten af. Check of de amandelen mooi bruin zijn en zet hem eventueel nog een een minuut of 10 terug.

Laat de Portugese amandeltaart helemaal afkoelen op een rooster.

Design website: Impulsar strategy & design. Fotografie: Ramon Mangold